Avantium and The Coca-Cola Company sign partnership agreement to develop next generation 100% plant based plastic: PEF
15 December, 2011 - Amsterdam, The Netherlands
Dutch research and technology company Avantium has developed a patented technology YXY to produce 100% biobased PEF bottles. Currently PET is the most widely used oil-based polyester. Based on the performance of the new PEF material, Avantium believes PEF will become the next-generation biobased polyester.
Today the company announced an agreement with The Coca-Cola Company (NYSE:KO) to further co-develop Avantium's YXY technology for producing PEF bottles. First milestones include the start-up of an Avantium PEF pilot plant, officially opened on December 8th in Geleen, the Netherlands. It is expected that other large co-development partners will join from early 2012.
Avantium's CEO Tom van Aken: "Our YXY solution for the packaging industry creates a new biobased plastic with exceptional functional properties at a competitive price. We believe it is economically viable and has a significantly reduced environmental footprint. We have already made bottles with exceptional barrier and thermal properties and our production process fits well with existing supply chains. We plan to initiate commercial production of PEF in about three to four years."
PEF can be derived from any biomass feedstock containing carbohydrates, such as sugarcane, agricultural residues, plants and grains. Using YXY as a fast and efficient chemical-catalytic technology, these carbohydrates can be converted into a wide variety of bioplastics.
Current process economic estimates indicate that PEF will be a viable alternative to petroleum-based PET. Says Tom van Aken: "PEF is 100% biobased and when commercialized will be fully recyclable. We believe that PEF fulfills key criteria to become a next generation biobased plastic for food, beverages and other applications. We are very excited about the co-development phase we are entering with The Coca-Cola Company to continue the development of PEF and make this new material ready for mass production and recycling. Their leadership and experience in commercializing biobased materials make them a great partner to work with as we commercialize this exciting new material".
On 8 December, Avantium officially opened its pilot plant in the Netherlands, to start up its YXY process at scale. The pilot plant, with a capacity of 40 tons per year, produces PEF material for application development. The collaboration with The Coca-Cola Company is key to secure a smooth transition into the mass production phase of PEF bottles. Avantium is also actively discussing partnerships with other leading brand owners to develop PEF bottles, fibers and film. In the longer term Avantium will license its YXY technology to enable large scale, world-wide production and use of its biobased plastic materials.
About Avantium
Avantium is a leading technology company specialized in the area of advanced high-throughput R&D. The company develops and commercializes YXY - its brand name for the technology to produce chemical building blocks for green materials with exceptional product properties at a competitive price. Combined with the significant reduction in environmental footprint, Avantium's lead application PEF, fulfills all key criteria to become the next generation biobased plastics for bottles, film and fibers.
Avantium has demonstrated the value and commercial potential of its unique technology by collaborating with leading companies in the energy and chemical industries. It has a proven track record in offering fast and efficient chemical catalytic development services and systems to market leaders such as BP, Shell and Sasol. Avantium offices and headquarters are based in Amsterdam, the Netherlands.
About YXY
Avantium has developed YXY (pronounced as icksy) - a family of green building blocks for making materials and fuels that can compete on both price and performance with oil based alternatives, but which have a superior environmental footprint. YXY is a patented technology that converts biomass into Furanics building blocks, such as FDCA (2,5-Furandicarboxylic acid). FDCA is the monomer that can be used for the production of the bio-based polyester PEF (Poly-ethylene-furanoate). YXY has the potential to become the perfect solution for today's challenges, using carbohydrates as feedstock to enable the manufacture of green and sustainable products. This fast and cost-effective production process is based on Avantium's catalytic technology. YXY can be implemented in existing chemical production assets. Avantium is collaborating with leading companies in the industry to develop and produce green materials and fuels based on YXY building blocks. See www.yxy.com for more information.
Via: www.avantium.com
Click here to read the press statement of The Coca-Cola Company.
Amsterdam krijgt elektrisch 'tankstation'
Met 40 reguliere en vier snellaadpunten wordt dat het grootste elektrische 'tankstation' van Europa, aldus initiatiefnemer Taxi-e woensdag.
Taxi-e rijdt sinds vorige week in Amsterdam en Amstelveen en op Schiphol met 20 luxe taxi's op groene stroom. De oplaadplaats, die in februari of maart bij de afrit Amstel Business Park moet komen, biedt plek aan de taxi's, maar ook aan particulieren.
Bij de snellaadpunten kunnen de elektrische auto's na ongeveer 20 minuten weer een tijd vooruit. Bij de reguliere punten duurt dat gemiddeld 6 tot 8 uur. Daardoor krijgt het station de functie van een soort P+R-terrein waar vandaan mensen met het openbaar vervoer naar huis kunnen gaan.
Bron: Nu.nl
Websites met nieuws
Aangezien deze blog best goed gelezen wordt, hebben we een aantal nieuwssites doorgestuurd gekregen waar nieuws staat wat betrekking heeft op SBI. Absoluut leuk om in de gaten te houden en een mooie aanvulling op de dagelijkse dosis NU.nl en SBI-nieuws!
Veel leesplezier!
Efficiëntere zonnecel in zicht

De onderzoekers van onder meer de Universiteit van Amsterdam schrijven over de ontdekking in een online publicatie in Nature Nanotechnology.
Standaard zonnecellen bestaan uit silicium, waarin onder invloed van licht een elektrische stroom gaat lopen. Het gangbare rendement van die zonnecellen is 15 tot 20 procent.
In tegenstelling tot het silicium dat in gangbare zonnecellen wordt gebruikt kunnen de silicium nanokristallen, een miljoen keer kleiner dan een zandkorrel, dankzij hun structuur het licht efficiënter omzetten.
Honderd procent
De onderzoekers bereikten in hun experiment een rendement van bijna 100 procent. Ze hebben nog geen daadwerkelijke zonnecellen gemaakt. Ze beschenen de nanokristallen en maten hoeveel lichtdeeltjes ze vervolgens weer uitzonden.
Verrassend genoeg ging de efficiëntie van deze kristallen bij energierijker licht juist omhoog, standaard zonnecellen werken hier juist minder effectief.
Uit vervolgexperimenten moet blijken of het rendement ook zo hoog blijft als het licht moet worden omgezet in elektriciteit. Dat zou de weg vrijmaken voor de productie van veel efficiëntere zonnecellen.
Bron: nu.nl
Succesvolle onderwijsinnovatie: SBI grootste bachelor FEW
SBI is in goede samenwerking en sterke inbedding met partner-faculteiten Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde (FEWEB) en Sociale Wetenschappen (FSW) tot stand gekomen. Mede hierdoor is SBI in staat geweest om haar vernieuwende weg te vinden, accreditatie te behalen (2010) en de huidige positie te verwerven. Inmiddels hebben meerdere bachelorstudenten SBI een goed passende baan, heeft een tiental een stage of studiejaar in het buitenland gedaan – met name in VS, Europa en Canada – en wordt er stage gelopen bij bedrijven en instellingen door heel Nederland. Dit studiejaar is ook de mastervariant SBI van start gegaan.
Meer informatie over de opleidingen:
www.vu.nl/sbi
http://www.vu.nl/nl/opleidingen/masteropleidingen/opleidingenoverzicht/s-z/science-business-innovation/index.asp
Onzichtbaarheidsmantel werkt nu ook overdag
De onzichtbaarheidsmantel is niets nieuws. Wetenschappers werken er al jaren aan en er zijn zelfs al successen mee geboekt. Het werkt relatief eenvoudig: de mantel buigt licht af, waardoor het niet op een voorwerp erachter valt. Het resultaat: het hele voorwerp wordt onzichtbaar.
Golflengte
De successen die hiermee zijn geboekt, waren echter altijd beperkt. Onderzoekers konden met een mantel alleen infraroodlicht of microgolven afbuigen.
WIST U DAT…
Maar nieuw onderzoek heeft nu een mantel opgeleverd die in alle varianten zichtbaar licht werkt. De onderzoekers bouwden hun ‘mantel’ op met behulp van een dunne laag siliciumnitride met hele kleine gaatjes erin en poreus glas. De mantel veranderde de manier waarop licht werd gebroken. Wanneer de mantel voor een muur met een bobbel erin werd gehouden, kon de mantel het doen lijken alsof die bobbel er helemaal niet was.
De ontwikkeling van een onzichtbaarheidsmantel is niet alleen nuttig voor militaire doeleinden. Wetenschappers kunnen door de mantel ook meer te weten komen over hoe ze licht kunnen sturen. Dat kan op lange termijn weer leiden tot bijvoorbeeld efficiëntere zonnepanelen.
Higgs-deeltje: hier bevindt ‘ie zich niet
Wetenschappers die werken met de Large Hadron Collider hebben vastgesteld dat het Higgs-deeltje zich in ieder geval niet ophoudt tussen de 145 GeV en 400 GeV. Het deeltje zou niet zo massief zijn. Dat betekent dat er nu enkel nog gezocht moet worden tussen de 115 GeV (die ondergrens werd eerder al vastgesteld) en 145 Gev.
December
Goed nieuws: volgens de onderzoekers helpen deze nieuwe grenzen de zoektocht zeker vooruit. Zo zouden de wetenschappers nog voor het eind van dit jaar vast moeten kunnen stellen of het deeltje echt bestaat. “Als Higgs bestaat dan moet het daar zijn,” stelt onderzoeker Vivek Sharma. “En als het er niet is dan weten we dat tegen december.”
WIST U DAT…
In juli kregen we nog even hoop toen bekend werd dat zowel de Large Hadron Collider in Zwitserland als de deeltjesversneller in Amerika fluctuaties had opgemerkt die wezen op het bestaan van Higgs. Inmiddels zijn die fluctuaties bestudeerd en hebben onderzoekers meer gegevens verzameld. En het ziet er niet goed uit. “Als je vijftig procent meer gegevens toevoegt dan verwacht je dat het signaal groeit, maar dat doet het niet.” “Het is duidelijk dat de oude gegevens en de nieuwe gegevens verschillende verhalen vertellen,” voegt onderzoeker Bill Murray toe. “Welke van de twee het juiste vertelt, kunnen we nog niet zeggen.”
In andere woorden: we zijn toch weer terug bij af. Met als enige verschil dat het zoekgebied iets kleiner is geworden. Of de onderzoekers Higgs nog gaan vinden? Mogelijk bestaat het deeltje niet eens en dan is er pas echt werk aan de winkel: er zal dan een heel andere theoretische verklaring moeten komen voor het feit dat deeltjes massa hebben.
Elektrische auto kan al rijdend opladen
Het is op dit moment één van de belangrijkste nadelen van de elektrische auto: de wagen komt niet ver. Mensen zijn bang dat ze met een lege accu langs de weg komen te staan en kiezen daarom toch maar voor de ‘gewone’ auto of een hybride. Maar wat nu als die angst kan worden weggenomen? Dan kan de elektrische auto wellicht aan een echte opmars beginnen.
Parkeren
Er wordt reeds hard gewerkt aan een oplossing voor dit probleem. Zo bedachten onderzoekers al dat elektrische auto’s kunnen opladen wanneer ze voor een stoplicht moeten wachten of geparkeerd staan.
WIST U DAT…
Onderzoeker Chopra van de TU Delft gaat echter een stap verder. Hij laat zien dat elektrische auto’s zelfs op kunnen laden wanneer ze rijden. Door spoelen in de weg te plaatsen, kan de auto in theorie voldoende energie verzamelen om een veel groter bereik te krijgen. Met behulp van case studies toonde hij aan dat deze methode echt werkt en ook de moeite waard is.

http://www.scientias.nl/elektrische-auto-kan-al-rijdend-opladen/45261
Laser kan droogte aanpakken
In een nieuw experiment tonen onderzoekers aan dat lasers inderdaad in staat zijn om het weer te beïnvloeden. Het is niet voor het eerst dat de wetenschap controle probeert te krijgen over het weer. Eerder werd er al geëxperimenteerd met het in de lucht brengen van kleine deeltjes ijs. Het idee was dat water zich hier omheen kon verzamelen en uit kon groeien tot een wolk en regenbui.
Veelbelovend
Maar de ontwikkelde methodes zijn niet heel veelbelovend. En dus kijken de onderzoekers verder. Lasers leken een goede optie en experimenten onderschrijven dat.
Luchtvochtigheid
De onderzoekers lieten bij diverse temperaturen, verschillende mates van luchtvochtigheid en uiteenlopende omstandigheden in de atmosfeer laserstralen los. Ze ontdekten dat de stralen leiden tot de groei van hele kleine waterdruppeltjes. Zelfs als de luchtvochtigheid slechts 70 procent is, kunnen die druppeltjes ontstaan. Helaas zijn ze nog te klein om regen te vormen, maar het is een begin.
Controleerbaar
De onderzoekers zijn met name te spreken over de controleerbaarheid van hun methode. Andere aanpakken, zoals bijvoorbeeld het aanbrengen van kleine stukjes ijs, zijn moeilijk te controleren. Het is namelijk lastig vast te stellen of het deze kleine deeltjes zijn die uiteindelijk tot regen leidden. Met lasers is dat ietsje gemakkelijker. Ze kunnen heel doelgericht en op vaste tijden worden ingezet. Door dat een aantal dagen achter elkaar te doen, kan gekeken worden welk effect de lasers werkelijk hebben.
Nog een lange weg te gaan
“We zijn nog ver verwijderd van het punt waarop lasers regen maken,” stelt onderzoeker Jérôme Kasparian. De deeltjes die door toedoen van de laser (middels chemische reacties) ontstaan, zijn te klein. “Ze zouden tien tot honderd keer groter moeten zijn om echt regen te produceren.”
Nader onderzoek is hard nodig, maar lasers lijken zeker een rol te kunnen spelen in de droogte, zo concluderen de onderzoekers in het blad Nature Communications.
Dag, gloeilamp van 60 watt!
Vanaf vandaag mag de gloeilamp van 60 watt in Europa niet meer geproduceerd of geïmporteerd worden. Dat betekent dat de gloeilamp langzaamaan van het toneel zal verdwijnen. De allerlaatste exemplaren die nu nog in de winkels liggen, worden verkocht en dan is het einde verhaal.
Eerder hebben de gloeilampen van 100 watt al het veld moeten ruimen. En ook de rest van de gloeilampen kunnen de dans niet ontspringen: ze worden stuk voor stuk uit huizen verbannen.
Zo worden mensen gedwongen om massaal over te stappen op veel zuinigere lampen. Een nobel streven, maar lang niet iedereen is er blij mee. Sommigen vinden dat de betutteling van de overheid te ver gaat. Anderen vinden het licht van de spaarlampen niet fel genoeg of gewoonweg niet mooi. Weer anderen vinden het een geweldig initiatief en zijn de gloeilamp allang vergeten. En u?
Geschreven door Caroline Hoek op 1 september 2011 om 8:30 uur
http://www.scientias.nl/dag-gloeilamp-van-60-watt/45750
Hulp van robot bij behandeling prostaatkanker
bron: NU.nl 23 mei 2011
UTRECHT - Het wordt mogelijk om patiënten met prostaatkanker direct te behandelen in een MRI-scanner.
Introducing The Self-Cleaning, Smog-Eating Building
Door Ariel Schwartz, 9 mei 2011
Who needs trees when you have a building that eats smog?
Struggling to breathe because of the layer of smog hovering in the atmosphere above you? Alcoa has come up with a potential solution for that most unpleasant of man-made environmental issues: the smog-eating building.
Alcoa's Reynobond with Ecoclean cleans both itself and the air around it, by decomposing smog, dirt, diesel fumes, and all the other nasty pollutants that hover around building surfaces. Alcoa claims that 10,000 square feet of the panels have the equivalent air-cleansing power of 80 trees. No need for trees when you have buildings that eat smog!
The panel features a titanium dioxide coating (that's the EcoClean part) on top of a pre-painted aluminum surface (that's the Reynobond). Sunlight acts as a catalyst to break down the pollutants on the aluminum panel into harmless particles that can be washed away by rain. Since the Reynobond surface is super hydrophilic, water particles don't bead on top of it--they collapse and run down the side of the building. Just a small amount of rain or humidity can clean the surface.
Alcoa explains how the technology can help smog-laden cities:
As the primary component of smog, NOx not only makes buildings dirty, but it also threatens the quality of the air we breathe. But when NOx molecules float near the surface of Reynobond with EcoClean, they are attacked by free radicals generated from the titanium dioxide reacting with water and oxygen in the air. The free radicals oxidize the NOx molecules, converting them to a harmless nitrate. In this way, Reynobond with EcoClean constantly works to remove pollutants by using sunlight and the water vapor and oxygen in the air to clean the air itself.
There are monetary benefits, too. The Reynobond with Ecoclean panels cost 4% to 5% more than their non-smog-eating counterparts, but they can cut a building's maintenance costs by up to half since the panels are self-cleaning.
The panels are currently in pilot testing in Europe and North America. Los Angeles building owners, prepare to buy a lot of smog-eating panels. Please.
Kids With Cystic Fibrosis Breathe Easier Thanks To Video Games
Door Neal Ungerleider, 4 mei 2011
A series of new video games for kids with cystic fibrosis not only helps them stick to treatment regimens, but also significantly improves breathing performance. Gamification to the rescue!
One of the hardest parts of treating cystic fibrosis in children is convincing them to perform tedious breathing exercises required to keep airways clear. However, a new study that applies gamification techniques to cystic-fibrosis treatment indicates that specially made video games not only get children to perform breathing exercises--they also improves breathing performance when not playing games.
The study, led by Dr. Peter Bingham of the University of Vermont and Fletcher Allen Health Care, was released at the annual Pediatric Academic Societies conference in Denver on April 30. According to the abstract, breathing techniques practiced in the video games appear to have been used in the days and weeks after the game was played--leading to improved pulmonary function. Both games used a digital spirometer for a game controller.
Cystic fibrosis is a genetic disease that leads to the build-up of thick mucus in the lungs and progressive disability. Conventional physiotherapy techniques for cystic fibrosis involve breathing exercises that are often uncomfortable, time-consuming and boring for children.
Two games were created as part of the study. The first game was a breath-controlled racer, which had players breathing in order to maintain a race car's speed, with special exercises being used to acquire gas tanks and wash the car. In the second game, players' breath movements were used to hunt for treasure in a world where animals are covered in slime; when players encountered slime-covered animals, they were required to blow the slime off them to earn additional treasure.
Applying gamification techniques and video games to medical treatment is nothing new. Specialized computer and video games have been on the market for years and entire conferences have taken place devoted to them. However, the use of video games for treatment of cystic fibrosis has been relatively limited and restricted to a hospital environment.
The two games in the study were designed for take-home use. Both games used digital spirometers--devices that measure the speed and quantity of breath--as controllers and were designed to play on home computers. The games were developed in collaboration with the Game Design program at Vermont's Champlain College; students interviewed children with cystic fibrosis about their game-playing habits and preferences and the games were custom-created based on the feedback.
According to Bingham, the idea for the study came about in collaboration with the University of Vermont's Jason Bates. Bingham told Fast Company that “kids were avid to play the games. They only played them for a few minutes, but it was long enough to make an improvement in their breathing.”
In the study, children who bought the computer games home with them were encouraged to play at will over a two-to-four week period and then spent an identical period doing breathing exercises with a digital spirometer, sans-games. Children who played the games had a significant improvement in adherence to their breathing exercise regime. Most interestingly of all, they also showed an improved ability to take deep breaths after playing video games that did not appear in the control period at all. According to Bingham, “We aren't sure why that improvement happened,but it could be that the player's ability to carry out the vital capacity test improved simply because they were practicing this skill more often, and not because of an actual improvement in their lungs.”
One out of every 3,200 children worldwide is born with cystic fibrosis.
http://www.fastcompany.com/1751537/cystic-fibrosis-gamification
Technologie zoekt ondernemer
Als Mohammed niet naar de berg komt, komt de berg wel naar Mohammed, moet TNO hebben gedacht. Op dinsdag 22 maart presenteerde het onderzoeksinstituut in het kader van het Small Business Innovation Research (SBIR) programma twintig productideeën aan ondernemers in het mkb.
De tweede editie van het TNO evenement ‘Technologie zoekt ondernemer’ was de start van de zevende ronde van het SBIR-programma. TNO wil met dit programma productideeën van TNO-medewerkers verder laten ontwikkelen en commercialiseren. Omdat TNO de mogelijkheid niet heeft om nieuwe kennis te vertalen naar een product, besteedt de organisatie dit uit aan mkb-bedrijven. ‘Het doel van TNO is om kennis te genereren en deze kennis moet leiden tot een product’, aldus dr. Peter de Haan, projectleider SBIR-programma TNO. ‘Door nieuwe kennis te presenteren worden mkb’ers in staat gesteld om deze kennis te gebruiken voor productie binnen hun bedrijf.’
De cabaretier Dolf Jansen was de dagvoorzitter en animator bij het evenement. Gedurende twintig elevator pitches (zeer korte presentaties) presenteerden TNO-experts hun ideeën aan de ondernemers, waarna Dolf Jansen kritische vragen stelde en het geheel op een grappige manier behapbaar maakte voor het publiek.
De meeste interesse vanuit het mkb ging uit naar het gebruik van plasmatechnologie. Dr.ir. Yves Creyghton presenteerde een nieuwe techniek voor contactloos desinfecteren van wonden met behulp van plasma. ‘In Nederland krijgen zo’n 65.000 mensen per jaar een ziekenhuisinfectie, wat leidt tot veel leed en kosten’, aldus Creyghton. ‘Een betere methode voor wonddesinfectie en wondheling is dan ook wenselijk.’
In samenwerking met universitair medisch centrum St. Radboud in Nijmegen ontwikkelde TNO een apparaat waarmee artsen een dunne laag van plasmagassen over de wond kunnen leggen. Radicalen in het plasma maken bacteriën onschadelijk en desinfecteren hierdoor de wond. Doordat plasmadeeltjes (o.a. ionen en radicalen) oplossen in de wondvloeistof, is er een langdurige desinfecterende werking. Het apparaat heeft een brede behandelstrook, waardoor de behandeling van wonden met dit systeem sneller is dan systemen die werken met een puntbron. Het systeem werkt bovendien met een kleine hoeveelheid plasma, waardoor er na behandeling niet veel plasma moet worden afgezogen. Het ontwikkelde prototype is nog te groot om met één hand te tillen en te bedienen en TNO vraagt de ondernemer om mee te werken aan het ontwikkelen van een klein en licht apparaat.
Industrieel ontwerper Job van de Kieft presenteerde een andere toepassing van plasmatechnologie, namelijk voor het aanbrengen van coatings op verschillende soorten materialen. ‘Het idee is ontstaan doordat ik zag dat de waterafstotende laag na een tijdje gewoon van mijn schoenen spoelde’, vertelt Van de Kieft tijdens zijn pitch.
In de praktijk zorgt de voorbehandeling met plasma voor een betere waterafstotende laag op schoenen, mobiele telefoons en andere objecten. Van de Kieft: ‘De voorbehandeling met koud plasma is niet alleen om objecten waterafstotend te maken. Verschillende coatings hebben baat bij deze voorbehandeling.’
Bluetooth
Ondernemers die aan de hand van de presentaties interesse hebben in een bepaald productidee, hebben tot 22 april de tijd om een voorstel in te dienen voor het uitvoeren van een haalbaarheidsstudie. De Raad van Bestuur van TNO beslist in juni welke mkb’er het productidee mag gaan produceren en vermarkten.
Het SBIR-programma leverde eerder al een succesvol product op: het Crowd Control Assistant-systeem (CCA). Dit systeem, ontwikkeld door het bedrijf Bluetrace, brengt met behulp van bluetooth-technologie grote groepen mensen in kaart en kan gebruikt worden bij grote evenementen zoals Koninginnedag. In augustus werd Bluetrace voor het eerst ingezet tijdens Sail 2010. Met behulp van het CCA-systeem werden de bezoekers gevolgd en konden de organisatoren van het evenement en de politie van Amsterdam de bezoekersstromen in goede banen leiden.
Plastic afval scheiden met infrarood licht
Plastic afval scheiden met infrarood licht
28 maart 2011 Mischa Brendel 251x gelezen
Volgende maand zal in Rotterdam een nieuwe sorteerinstallatie van kunststof verpakkingsafval voor het eerst opstarten. Het is de eerste dergelijke sorteerinstallatie in Nederland en tevens een van de modernste van Europa.
Nedvang regisseert in Nederland de gescheiden inzameling en recycling van plastic verpakkingsafval en heeft vorig jaar een tender uitgeschreven om een fors deel van de sortering van plastic verpakkingsafval ook in Nederland te laten plaatsvinden. Afvalverwerker Sita realiseert nu deze sorteerinstallatie in het Rotterdamse havengebied.
De nieuwe afvalsorteerinstallatie scheurt in eerste instantie de binnengekomen zakken met plastic afval open en sorteert dit vervolgens op grootte in vier groepen. Hierbij wordt eventueel niet-plastic afval uit de afvalstroom verwijderd. Ook haalt de installatie plastic folie al vroeg in het scheidingsproces uit de afvalstroom. ‘In Nederland zit er relatief veel folie in plastic verpakkingsafval’, vertelt Sita-projectmanager Peter de Boodt. ‘Dit is veel lichter dan ander verpakkingsafval, zoals drinkflessen en flacons en dergelijke, en is dan ook relatief gemakkelijk met een windzifter tussen het andere materiaal uit te blazen.’ Op deze manier is het plastic folie te scheiden van het overige plastic verpakkingsafval.
Wat de scheidingsinstallatie vooral zo efficiënt maakt, is het near-infrarood sorteersysteem, zo legt De Boodt uit: ‘Achter elkaar staan vijf near-infraroodscheiders. De eerste scheider is ingesteld om PET te detecteren, de tweede controleert op polyethyleen en de derde op polypropyleen. De plastic afvalstromen passeren via een brede lopende band de opeenvolgende scheiders. Elke soort plastic reflecteert licht dat erop wordt gestraald op een manier specifiek voor dat soort plastic en zichtbaar voor deze near-infraroodscanner.’
Zo neemt de eerste scheidingsmachine waar of een bepaald plastic voorwerp wel of geen PET is. Is dit wel zo, dan ‘markeert’ de machine de positie van het voorwerp op de lopende band en blaast dit voorwerp vervolgens met perslucht van de band om het zo uit de afvalstroom te halen. De tweede en derde scheiders doen hetzelfde met polyethyleen, respectievelijk polypropyleen. De volgende scheidingsmachine kan alle drie de soorten plastic detecteren en fungeert als controle voor de andere drie machines. Het eventuele restafval loopt nog onder een vijfde machine door, die alle andere soorten plastic kan verwijderen om het totale recyclebare percentage te maximaliseren.
Tot slot wordt het uitgesorteerde plastic per soort samengeperst tot balen. Hierbij sorteert de machine ook op kwaliteit. Deze balen worden vervolgens aan bedrijven verkocht die het hergebruiken.
De capaciteit van de installatie bedraagt 25 tot 30 kiloton aan plastic verpakkingsafval per jaar. Dat is gelijk aan het oppervlak van circa 25 voetbalvelden met daarop een laag van vijf meter plastic.
De installatie werkt grotendeels automatisch; er is – buiten het technisch personeel – slechts zes tot acht man nodig om de afvalsorteermachine draaiende te houden. Verder is de installatie zo ontworpen dat deze eenvoudig is aan te passen aan mogelijke, toekomstige veranderingen in de samenstelling van de verpakkings-mix. Zo is de installatie na ombouw ook in staat grotere PET-flessen te verwerken en op kleur te sorteren.
Hoewel dit de eerste installatie in zijn soort in Nederland is, heeft Sita al ruime ervaring met het sorteren van plastic verpakkingsafval. Het bedrijf verwerkt dergelijk afval al tien jaar in België en Duitsland.
Dagje studeren borrel
Op 25 maart is er voor aankomend SBI-ers een dag waarop zij kunnen proefstuderen. Na deze dag is het gebruikelijk dat er in de Subliemkamer een borrel is. Natuurlijk is zo'n borrel pas écht leuk als er ook Subliemers aanwezig zijn. Zo kunnen jullie niet alleen genieten van een borrel, maar is het voor deze aankomens studenten mogelijk om vragen te stellen en ervaringen te delen.
De borrel begint om 15:30uur, komt allen!
Leren ondernemen
Valorisatie STW en Syntens hebben het initiatief genomen tot een aantal workshops waarin onderzoekers vooral van elkaar moeten leren hoe hun resultaten te vermarkten.
Technologiestichting STW en Syntens, het innovatienetwerk voor ondernemers in het mkb, lanceerden vorige week hun ‘Academy for Entrepeneurship’. Een reeks van vier workshops wordt het eerste wapenfeit. Deze zijn bedoeld voor onderzoekers die een zogeheten Fase-1 Valorisation Grant ontvangen hebben, een beurs van 25.000 euro die specifiek bedoeld is voor een haalbaarheidsonderzoek te verrichten naar de commerciële mogelijkheden van een door hen gedane technische vondst.
‘De universiteiten doen op dit vlak ook het nodige’, vertelt dr. Wouter Segeth van STW. ‘Toch merken we dat het lang niet altijd goed gaat. Onderzoekers zijn weliswaar zeer gemotiveerd – anders hadden ze de beurs niet aangevraagd – maar toch bestaat de indruk dat ze teveel in het lab zitten en te weinig bij de klant. Er valt immers altijd nog wel iets technisch te verbeteren.’
STW en Syntens hebben vooraf met de drie technische universiteiten overlegd over nut en noodzaak van een eigen opleiding in ondernemerschap. De meerwaarde moet vooral komen uit de interactieve opzet van de workshops. De deelnemers krijgen niet alleen lezingen van deskundigen, maar moeten vooral samen aan de slag, om van elkaar te leren.
‘Momenteel is er geld gereserveerd voor één jaar’, aldus Segeth. ‘Het idee is echter wel om er een activiteit voor de lange termijn van te maken. We willen dan samen met de universiteiten ook workshops organiseren voor ontvangers van de Fase-2 Valorisation Grant.’
Die beurs, maximaal 200.000 euro groot, is bedoeld om na het haalbaarheidsonderzoek een proof-of-concept of prototype tot stand te brengen. Voor de verdere ontwikkeling moet de onderzoeker het geld dan uit de markt kunnen halen. Aan de lijst met toekenningen van de laatste jaren valt op dat de aanvragers meestal senior onderzoekers zijn, die een eigen bedrijfje willen oprichten. Een aanzienlijk deel van die bedrijfjes valt onder de biotech en de medische technologie.
Bekende ontvangers van de beurs zijn het Utrechtse Milabs, dat vorige week een geavanceerde scanner voor medisch onderzoek verkocht aan Purdue University, en het Twentse Recore, dat signaalverwerking voor digitale televisie aan de man brengt. Ook het Bredase ingenieursbureau Actiflow, een spin-off van de TU Delft, profiteerde ooit van de regeling.
Als programma bestaat de Valorisation Grant sinds 2004. Het wordt gefinancierd door STW en andere organisaties die toegepast onderzoek stimuleren, zoals NanoNed en ICT-Regie. De hoop is het vaak geconstateerde gat te dichten tussen onderzoek en bedrijfsleven, waar Nederland meer dan bijvoorbeeld de Verenigde Staten last van heeft. Veel technische kennis blijft op de plank liggen, omdat de laatste stap naar vermarkting achterwege blijft.
De Valorisation Grant is gebaseerd op het Small Business Innovation Research (SBIR) programma van de Amerikaanse overheid. Dat programma is de inspiratiebron voor meer vergelijkbare activiteiten in Nederland van onder andere SenterNovem (voor maatschappelijk ondernemen in het mkb en voor technostarters) en TNO (een intern valorisatieprogramma).
Bron: Technisch Weekblad
Ja, volledig groen kan echt
Olie, aardgas en steenkool in 2050 volledig afschaffen? Ja, dat kan, zeggen twee Amerikaanse onderzoekers in de meest radicale energiestudie tot nu toe. Met wind, water, zon en aardwarmte is het mogelijk. En tegen dezelfde kosten als nu.
Goed, er waren een paar overstromingen vorig jaar. 2010 was het warmste jaar ooit. En het vorige decennium was warmer dan alle voorgaande. Maar om dat in verband te brengen met menselijke klimaatverandering is zo 2005. We bouwen in Nederland drie nieuwe kolencentrales, die we niet nodig hebben. Laten we tegelijkertijd maar meteen ophouden met die windmolens, want die draaien niet op wind, maar op subsidie. En ze zijn nog lelijk ook. Net als Al Gore.
Niet iedereen laat zich meevoeren op deze nieuwe klimaatsceptische wind. Er zijn nog mensen die zich een wereld proberen voor te stellen die bevrijd is van fossiele brandstoffen; die voor altijd draait op energie uit kosteloze en hernieuwbare bron. Zulke vergezichten zijn geen science fiction, waarin koude kernfusie alle problemen oplost. De stroom onderzoeken (zie kader) laat telkens zien dat de omschakeling mogelijk is met bestaande technologie.
Twee Amerikaanse onderzoekers dachten: interessant, maar dat kunnen wij beter. Laten we nu eens becijferen of de gehele wereld kan omschakelen naar volledig groene energie, zonder bankroet te gaan. Hoewel de studie een zeker achterkant-van-een-envelop-gehalte heeft, is de conclusie prikkelend.
Atmosfeer
Want wat blijkt? We kunnen olie, aardgas en steenkool volledig uitbannen vanaf 2050. Met energie uit water, zon, wind en aardwarmte is het mogelijk om de CO2-emissies te reduceren tot nul. ‘Barrières van het plan zijn primair sociaal en politiek van aard, niet technologisch of economisch’, schrijven Mark Jacobson (Stanford University) en Mark Delucchi (University of California at Davis) in Providing all global energy with wind, water and solar power (2010).
Wat dit plan anders maakt, is dat het zich richt op volledig groene energie. Dat betekent allereerst geen gebruik van biomassa voor bijvoorbeeld het maken van biobrandstoffen. Want biomassa – of het nu plantenresten of algen zijn – zullen maximaal leiden tot een stabilisatie van het CO2-niveau in de atmosfeer. Bij verbranding komt immers koolstof vrij die eerder is opgenomen – een cyclus dus.
Ook de opvang en opslag van CO2, die in Noord-Nederland net is afgeblazen door het kabinet, is uit den boze. Anders zouden kolencentrales blijven draaien en destructieve steenkoolwinning gewoon doorgaan. Ten slotte is er om allerlei redenen (afval, veiligheid) geen ruimte voor kernenergie die, zonder de uraniumwinning mee te rekenen, wel CO2-vrij is.
Windmolens langs de A6 nabij Urk. Over enkele jaren moeten er in de Noordoostpolder bij Urk 93 windmolens komen te staan. De gemeenteraad van het vissersdorpje is tegen het plan | Foto ANP/KOEN VAN WEEL
SaharaWat blijft er over? Massale inzet van windmolens op land en zee (zie cijfers naast illustratie) en veel zonne-energie – samen goed voor 90 procent van alle benodigde energie. De rest komt van waterkrachtcentrales, stroomopwekking in zee met golven en getijden en geothermische (aardwarmte-) centrales.
De auteurs hebben precies berekend hoeveel landoppervlakte daarvoor nodig is. Dat valt mee. Ervan uitgaande dat de helft van alle windenergie op zee wordt opgewekt en dat zonnepanelen op daken geen extra ruimte vragen, is ongeveer 1 procent aan nieuwe oppervlakte nodig.
Hoe weinig dat ook lijkt, in streken waar het hard waait of waar de zon veel schijnt, zal het veel meer dan 1 procent opslokken. Stel je de Sahara daarom voor als een eindeloze zee van op de zon gerichte spiegels, die water verhitten om met turbines elektriciteit te maken (concentrated solar).
Dat dit geen geheel utopische gedachte is, bewijst Desertec, een samenwerkingsverband van grote Duitse concerns om een flink deel van de Europese stroombehoefte uit de Noord-Afrikaanse woestijn te halen. Concrete investeringen zijn er nog niet, maar enkele Noord-Afrikaanse energiebedrijven zijn al aan boord.
Dit alles betekent dat alle energie in de toekomst elektrisch is. Maar een groot deel van alle energie is nu nog afkomstig van het motorisch verbranden van op olie gebaseerde brandstof voor transport. En denk aan het verbranden van aardgas voor verwarming, koken en warm water thuis. Hoe moet dat dan?
Voor transport stellen de twee Amerikanen voor om de verbrandingsmotor van personenauto’s te vervangen door elektrische aandrijving op accu’s. Grote vraag is of daar wel genoeg lithium voor is, nodig voor lithium-ion accu’s. Het antwoord is ja, mits we gebruikte accu’s weten te recyclen.
Maar dan zijn we er nog niet, want vliegtuigen, schepen en vrachtwagens redden het niet op accu’s. Ook dat is volgens de optimistische onderzoekers oplosbaar door over te stappen op zogeheten brandstofcellen die, gevoed met waterstof, stroom maken voor de aandrijving.
Waterstofproductie is alleen nog erg energie-intensief; reden dat het pas op lange termijn kansrijk wordt geacht. Aan de andere kant: als waterstof gemaakt wordt met compleet schone energie op tijden dat er overcapaciteit is – een belangrijk idee achter het plan – is dit bezwaar wellicht overkomelijk. Bovendien neemt door de elektrificering van het vervoer de totale energiebehoefte af met eenderde, vanwege de grotere efficiency van elektromotoren.
Voor in huis betekent de hernieuwbare revolutie dat we gaan koken en koelen/verwarmen met elektriciteit in plaats van met aardgas. Dat laatste kan met efficiënte warmtepompen, die nu al op de markt zijn.
Maar hiermee zijn we er nog lang niet. Want ook al bouw je al die windparken en zonnecentrales, en vervang je alle brandstofmotoren, dan moet nog het ingewikkeldste probleem van duurzame energie worden opgelost. In één woord: wisselvalligheid.
Zoals bekend waait het niet altijd en verschuilt de zon zich wel eens achter een wolk. In een wereld waarin je in zulke situaties niet kunt terugvallen op kolencentrales, moet je een andere oplossing verzinnen. Die bestaat uit het verbinden van elektriciteitsnetten, ook wel het idee van een ‘supergrid’ genoemd. Waait het even niet op de Noordzee, maar is er overaanbod in Spanje dan halen we de stroom daarvandaan. En andersom.
Langeafstandsverbinding
Plannen voor een supergrid tussen Noordwest-Europese landen bestaan al, mede vanwege de groei van windparken op de Noordzee en voor de kust van Groot-Brittannië. En Desertec, het Duitse initiatief voor Saharastroom, heeft soortgelijke plannen voor een langeafstandsverbinding met Europa.
Om de flexibiliteit en zekerheid verder te vergroten is het ook nodig dat producenten overtollige energie opslaan. Nu al pompen innovatieve bedrijven veel geld in de ontwikkeling van superaccu’s voor bijvoorbeeld zonnecentrales om ook ?‘s nachts stroom te kunnen leveren.
Dezelfde rol krijgt de accu van de elektrische auto. Idee is dat mensen hun auto opladen in daluren en in piekuren de stroom ook weer kunnen terugleveren aan het net. Niet gemakkelijk uit te voeren, geven de auteurs toe, maar onderdeel van een ‘intelligent’ energiesysteem.
Utopisch
Misschien wel de meest verregaande conclusie is dat invoering van het sys-teem betaalbaar is. Volgens een uitvoerige kostencalculatie zou energie uit alleen hernieuwbare bron ongeveer hetzelfde kosten als nu. Om deze reden zien de onderzoekers – en vele anderen met hen – dat de belangrijkste hindernis sociaal en politiek is, niet economisch of technologisch.
De mate van internationale samenwerking en stimulerend beleid die nodig zijn voor het plan zijn duizelingwekkend. Maar toch is het niet utopisch, zegt een van de onderzoekers Mark Jacobson. ‘Het is alleen utopisch in de zin dat mensen met een financieel belang in bestaande energiebronnen hier tegen zullen vechten, zodat het plan er alleen met veel verzet komt. Maar we hebben de keuze om nu deze richting op te gaan of door te gaan met alle kosten van dien: 2,5 tot 3 miljoen doden per jaar door fossiele brandstoffen en schade aan ons ecosysteem en landbouw. Dat resulteert in economische schade door hogere belastingen, verloren arbeidsproductiviteit, hogere kosten voor gezondheidszorg et cetera.’
Hoe onwaarschijnlijk ook dat Jacobson zijn zin krijgt, zijn boodschap laat niets aan duidelijkheid te wensen over: als we willen, kan het.
Bron: http://www.depers.nl/binnenland/547304/Ja-volledig-groen-kan-echt.html
Door: Jan-Hein Strop
Gepubliceerd: dinsdag 22 februari 2011 23:20
Update: woensdag 23 februari 2011 08:49
28-02-2011: Lamp werkt op water
AMSTERDAM - Ontwerpster Manon Leblanc heeft een lamp gemaakt die geen enkele bedrading nodig heeft. De lamp werkt simpelweg door er water in te druppelen.
De lamp, genaamd WAT, maakt dit mogelijk door een kleine hydro-elektrische batterij. Deze is gemaakt van stukjes koolstof bedekt met magnesiumpoeder. Wanneer het water de batterij raakt, ontstaat een elektro-chemische reactie die genoeg stroomt levert om LED-strips te laten gloeien.
Hoe lang de lamp kan branden op een paar druppels is niet bekend. Leblanc ontving dit jaar voor haar idee wel de eerste prijs in een designwedstrijd, uitgeschreven door het Franse meubelbedrijf Cinna.
28-02-2011: Triodos Bank groeit duurzaam verder
ZEIST - Triodos Bank, die zich laat voorstaan op duurzaam bankieren, heeft het afgelopen jaar het toevertrouwde vermogen, de kredietverlening, het aantal klanten en de winst verder zien toenemen.
''Duurzaam bankieren is een krachtig antwoord op de financiële crisis gebleken'', aldus Triodos maandag bij de bekendmaking van de resultaten over 2010.
Het totale vermogen in beheer van Triodos Bank, Beleggingsfondsen en Private Banking, groeide met 15 procent tot 5,6 miljard euro. De kredietverlening aan bedrijven binnen de doelgroep nam met 28 procent toe tot 2,1 miljard euro.
De nettowinst beliep over het afgelopen jaar 11,5 miljoen euro; dat is een stijging van ruim 20 procent vergeleken met een jaar eerder. Het aantal klanten groeide met ongeveer 43.000 tot 285.000.
Groei
Voor dit jaar verwacht de bank een aanhoudende groei en een positief resultaat. In 2011 wil Triodos meer duurzame energieprojecten in Europa financieren. Eind 2010 had Triodos geld gestoken in meer dan driehonderd Europese duurzame energieprojecten.
De bank meent dat de overheden in Europa nu de handen vol hebben aan bezuinigingen en niet langer de drijvende kracht zijn achter een klimaatvriendelijker bedrijfsleven.
Fiscaal voordeel
Het belegde vermogen van Triodos groeide het afgelopen jaar met 10 procent. Een jaar eerder was er nog sprake van een stijging van 30 procent. ''De beperking van het fiscale voordeel voor groen, cultureel en sociaal-ethisch beleggen is de belangrijkste oorzaak voor deze lagere groei.''
Het kabinet maakte eind september bekend dat het fiscale voordeel voor maatschappelijk beleggen kleiner wordt.
28-02-2011: Windmolens lijden onder gebrek aan wind
DEN HAAG - De Nederlandse windmolens hebben het afgelopen jaar 13 procent minder elektriciteit geproduceerd als gevolg van de zeer geringe hoeveelheid wind.
''De groei van het windmolenpark was niet groot genoeg om het verminderde windaanbod te compenseren'', aldus het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) maandag.
Het windaanbod voor windmolens wordt ook wel uitgedrukt met een zogenaamde Windex. Het cijfer 100 weerspiegelt de gemiddelde hoeveelheid wind over de periode 1996-2005. Over heel 2010 kwam de Windex uit op 77. ''Nog nooit was de Windex zo laag'', aldus het CBS, dat de Windex sinds 1988 meet.
Productie
De totale productie van hernieuwbare elektriciteit bleef het afgelopen jaar min of meer gelijk en was goed voor ongeveer 9 procent van het binnenlandse elektriciteitsgebruik. De afname van windenergie werd gecompenseerd door de winning van energie uit biomassa. ''Vooral het meestoken van biomassa in elektriciteitscentrales nam toe.''
De binnenlandse vraag naar duurzame elektriciteit nam toe tot ongeveer een kwart van het totale elektriciteitsverbruik. De eigen productie is niet genoeg om in de vraag te voorzien; daarom wordt er veel geïmporteerd.
Nederland heeft in Europees verband afgesproken om 9 procent van het elektriciteitsverbruik uit eigen duurzame productie te halen; dat doel is gehaald. De import van energie telt niet mee in de beleidsdoelstellingen.
24-02-2011: Dong Energy steekt miljard in windmolenpark
Het Deense energiebedrijf Dong Energy gaat 1,25 miljard euro investeren in een Duits windmolenpark op zee. Het nieuwe park kan volgens het energiebedrijf ongeveer 330.000 Duitse huishoudens van energie voorzien. Dit meldt het bedrijf donderdag.
Volgens Dong draagt het park bij aan de diversificatie van de energieproductie. Dong heeft ook windmolenparken in het Verenigd Koninkrijk en in Denemarken. Dong krijgt dertien jaar lang een vaste prijs voor de energie dankzij overheidssubsidies. Hierna krijgt het bedrijf de marktprijs.
“Borkum Riffgrund zal het eerste Duitse windmolenpark op zee zijn in Duitsland. Ik heb er vertrouwen in dat Dong Energy als marktleider een grote rol kan spelen in de snel ontwikkelende Duitse markt”, verklaart Anders Eldrup, topman bij Dong.
Het park, Borkum Riffgrund 1 zal bestaan uit 89 windmolens met een vermogen van 3,6 megawatt. De windmolens komen te staan in de Noordzee, ongeveer 55 kilometer van de Duitse kust. Vanaf 2013 wordt met de bouw van het park begonnen
Dong ontwikkelt ook een tweede park bij Borkum, maar het bedrijf heeft nog geen financiële beslissing daarover genomen.
In Nederland is Dong Energy bekend als leverancier van elektriciteit en gas aan de Nederlandse Energie Maatschappij.
23-02-2011: Nieuw soort cement absorbeert CO2
AMSTERDAM - Een nieuw soort cement kan de betonindustrie op zijn kop zetten. Het Londense bedrijf Novacem ontwikkelt cement dat niet alleen geen koolstofdioxide verbruikt, maar het ook absorbeert.
Het cement zou even sterk zijn als het veelgebruikte Portlandcement en ook de productie zou evenveel kosten. Het cement bestaat uit een mengsel van magnesiumsilicaat in plaats van calciumcarbonaat, waardoor het in staat is CO2 te absorberen.
De productie van cement zorgt voor een van de grootste vormen van uitstoot van koolstofdioxide. Jaarlijks is het verantwoordelijk voor vijf procent van de CO2-uitstoot. Verwacht wordt dat de vraag naar cement in 2020 met vijftig procent stijgt.
Award
Novacem ontving onlangs een Medium Award voor materiaal van het jaar van consultancybedrijf Material ConneXion. Eind januari investeerde een Brits bouwbedrijf 1,8 miljoen euro in Novacem. Het nieuwe cement wordt in 2014 op de markt gebracht. Het bedrijf verkoopt hiervoor de patentrechten aan producenten.
20/02 Philips to invest EUR 2 billion in green innovation by 2015
Philips records healthy increase in green product sales in 2010
Amsterdam, The Netherlands — Royal Philips Electronics (NYSE: PHG, AEX: PHI) today announced that it will allocate EUR 2 billion for investments in Green Innovation by 2015 to accelerate sustainable business across the company’s three sectors. In 2010, Philips’ cumulative investments in Green Innovation amounted to EUR 1 billion, surpassing its Green Innovation investment target two years ahead of schedule. As a result of the company’s continued commitment to sustainable innovation, 38% of total 2010 sales was generated by Philips Green Products, up from 31% in 2009.
"We consider sustainability to be a driver of growth and an integral part of the Philips DNA,” said Rudy Provoost, Chairman of Philips' Sustainability Board and CEO of Philips Lighting. "By doubling our investment in Green Innovation by 2015, we re-confirm our ambition as a health and well-being company to deliver meaningful and sustainable solutions. This commitment also supports our Vision 2015 growth strategy, driven by global trends, such as the need for more sustainable and energy efficient products and solutions”.
Recent introductions of Green Products from Healthcare include the Philips Essential, a patient monitoring system, designed for clinical workflow and patient safety during transport, which offers a 48% reduction in energy use, 72% less product weight, 32% less packaging weight and a lead-acid free battery.
Notable green product launches in Consumer Lifestyle included the Econova TV, the first PVC/BFR free television in the world, which received both the EU-energy “A+” label as well as the EISA Best Green TV 2010/2011 award.
Lighting contributed to nearly half of total Philips Green Product sales and continued to make important strides with the commercial launch of the 12-watt EnduraLED lamp, the industry’s first replacement for the traditional 60-watt incandescent lamp. This development, the first of its category to receive the ENERGY STAR qualification, was recognized by the American Lighting Association as the winner in the LED Replacements Lamp division for the Tomorrow Awards and was named “Product of the year 2010” by Popular Science Magazine.
The Philips 2010 sustainability update is an integrated part of the Philips 2010 Annual Report available at: www.philips.com/annualreport2010
Verhagen richt zich nu op zeebodem Noordzee voor CO2-opslag
De plannen voor de opslag stuitten op hevig verzet. In Barendrecht werd het plan geschrapt na protesten. Ook in het noorden, waar de CO2 in voormalige gasvelden zou komen, was kritiek. Inwoners vreesden voor hun veiligheid. Nu wil Verhagen EU-subsidies verwerven om het broeikasgas in de zeebodem op te slaan.
Waarom ondergrondse opslag?
Op 20 december in NRC Handelsblad legde redacteur Karin de Mik uit wat CO2-opslag is, hoe dat in z’n werk gaat en waarom de overheid deze (ondergronds) wil opslaan:
CO2-opslag is een methode om te voorkomen dat CO2 in de atmosfeer terechtkomt dat vrijkomt bij verbranding van fossiele brandstoffen, zoals steenkool. Het kooldioxide wordt afgescheiden uit de rookgassen.
Dat afscheiden gebeurt onder meer met absorberende, basische vloeistoffen als ammonia, die het CO2 opnemen. Vervolgens wordt het CO2 van die vloeistof gescheiden en voor transport opgeslagen. De ondergrondse opslag vindt plaats in poreuze aardlagen op enkele kilometers diepte. In lege aardgasvelden in Australië, Noorwegen en de VS gebeurt dat reeds.
Afscheiden van CO2 kost veel energie, tot 40 procent van de energie waarbij het broeikasgas vrijkwam. Ook bestaat het risico dat het vrijkomt. In hoge concentraties is CO2 giftig.
‘Onterechte angst’ voor opslag
Op 11 februari schreef klimaatredacteur Paul Luttikhuis in NRC Handelsblad over de angst voor CO2-opslag. Hij sprak met Jan Brouwer die namens het onderzoeksinstituut meewerkt aan Cato-2 het Nederlandse onderzoeksprogramma voor de opvang en opslag van CO2. Volgens Brouwer is de angst voor opslag onterecht:
In Noord-Nederland zou de CO2 geïnjecteerd worden in gasvelden. Die bevinden zich op een diepte van enkele kilometers onder een honderden meters dikke, ondoordringbare gasdichte laag steen en zout. Het aardgas is er in miljoenen jaren niet uitgekomen.” Kooldioxide is weliswaar niet hetzelfde als aardgas, maar veel van de gasreservoirs bevatten van nature een grote hoeveelheid CO2, zegt Brouwer. „Ook deze kooldioxide zit al miljoenen jaren gevangen in de ondergrond.”
„We weten hoeveel gas we eruit hebben gehaald. We kunnen bepalen hoeveel CO2 we er veilig in de bodem kunnen laten stromen. Bovendien bestaat er in die gasvelden nu een onderdruk, waardoor de kooldioxide er als het ware vanzelf naartoe zal stromen.” En, voegt Brouwer eraan toe, als je het niet in de grond stopt, dan moet het de lucht in. En dat is schadelijk voor het milieu
Bron; NRC.nl
10/2 Philips en TU Eindhoven meten en visualiseren lokale chemotherapie
Ruim tien jaar doen wetenschappers overal ter wereld onderzoek op het gebied van beeldgeleide toediening van geneesmiddelen. Deze techniek kan een efficiëntere toediening van tumormedicatie bij chemotherapie mogelijk maken, wat leidt tot een verbeterde werkzaamheid zonder meer bijwerkingen. Inmiddels heeft het gezamenlijke onderzoeksteam in preklinisch onderzoek een verbeterde afgifte van tumormedicatie op de doellocatie weten aan te tonen. Deze afgifte kan realtime worden gevisualiseerd en gemeten. Dergelijke metingen kunnen op het moment van toediening een indicatie geven of de afgifte van de tumormedicatie op de doellocatie adequaat was of dat aanvullende behandeling noodzakelijk is. Deze 'Proof of concept' is door De Smet et.al. gepubliceerd in het februari nummer het wetenschappelijk tijdschrift Journal of Controlled Release.
Verantwoordelijk
8/2 Aantal overnames technologiesector in de lift
Dat blijkt dinsdag uit een rapport van PwC. In totaal werden er in 2010 wereldwijd 293 deals gesloten. De waarde van de gezamenlijke transacties is ruim verdubbeld, van 36,8 miljard euro naar 75,7 miljard euro.
Volgens de accountantsorganisatie is de groei te danken aan de goedgevulde oorlogskassen, de aangetrokken kredietmarkt en de investeringslust van private equity-fondsen. Ondanks de stevige toename is de overnamemarkt echter nog lang niet op het niveau van 2007 en 2008.
SAP
De grootste transactie was vorig jaar de overname van Sybase door SAP. Die deal had een waarde van zo'n 5,6 miljard euro. Op de tweede plaats staat met 5,5 miljard de overname van Affiliated Computer Services door Xerox, gevolgd door de aankoop van Sun Microsystems door Oracle.
"Er komen meer en meer bedrijfsonderdelen met een hoog kwaliteitsprofiel in de etalage", zegt Cornelis Smaal van PwC. "Verkopende partijen willen profijt trekken van de goede kasposities van ondernemingen en hun honger naar megadeals, de heropleving van private equity partijen en de verbeterde kapitaalmarkt."
Bedrijven zijn vooral op jacht naar ondernemingen die hun dienstverlening op het gebied van cloud computing kunnen aanvullen. Ook bedrijven die software voor de gezondheidszorg en voor veiligheiddoeleinden ontwikkelen, vormen een gewilde prooi.
Spray op raam efficiënter dan zonnepaneel
Sinds vorig jaar hoort het bedrijf bij het clubje bedrijven dat van ramen zonnepanelen maakt. In september kwam het met de eerste versie van haar SolarWindow. Dat raam had echter nog slechts een oppervlak van tien bij tien centimer. Met een raam van dertig bij dertig heeft de SolarWindow veel meer commerciële potentie: het product kan onder meer aangebracht worden bij kantoorgebouwen.

Rijstkorrel
Net als EnSol is SolarWindow gebaseerd op een spray. Maar in tegenstelling tot EnSol heeft het product niet alleen effect bij hoge temperaturen, maar ook bij kamertemperatuur. Ook is het laagje dat aangebracht moet worden, slechts een tiende van de dikte van die van EnSol: SolarWindow's zonnecellen beslaan slechts een kwart van de grootte van een rijstkorrel.
Verder zou SolarWindow tien keer zoveel zonne-energie uit kunstlicht weten te halen, al richt New Energy Technologies zich vooralsnog op klanten die energie uit zonlicht willen genereren. De spray zou ook milieuvriendelijker zijn omdat deze niet zoals EnSol is gebaseerd op nanodeeltjes van metaal. Tegelijkertijd is de zonnecelspray interessant, omdat het net als de concurrentie een venster schoon en transparant kan houden.
New Energy Technologies kwam eerder in het nieuws met zijn experimentele MotionPower systeem, dat energie opwekt via kleine bordjes die in autowegen zijn verwerkt.
© NUzakelijk.nl/Bas van Essen
'Windenergie uit voorbijrazend verkeer'
Santos zoekt voor dit concept, met de passende naam Voltair, nog partners om het idee werkelijkheid te maken. Ook wil de ontwerper energie opvangen van auto's en motorrijders. Variaties op dat specifieke idee hebben het echter nooit gehaald: nieuwe bedrijven richten zich massaal op de kinetische energie van een (snel)weg. Er lijkt daarom een markt weggelegd voor turbines langs een perron.


Toekomst voor afval wordt gas
Zo wordt de komende jaren gas gehaald uit papierpulp, suikerbieten en koeienstront. Dat bleek maandag tijdens de presentatie van de biovergistinginstallatie van A. van de Groep & Zn bv, importeur en exporteur van vis en visafval uit Spakenburg.
In dat laatste zag Arie van de Groep nieuwe handel, alsof het Hollandse nieuwe is. In gesloten tankwagens haalt hij overal in Nederland afval van voedingsmiddelen op en werpt dat in zijn vergistinginstallatie om er uiteindelijk gas uit te produceren voor het gastnetwerk van Stedin in Rotterdam.
Mest
Biogas komt vrij bij een biochemisch proces waarbij micro-organismen in een zuurstofvrije omgeving mest en biomassa omzetten in een brandbaar gas dat methaan en CO2 bevat. Daar krijgt Van de Groep 50 eurocent per kubieke meter voor.
Inmiddels levert het bedrijf 800 kubieke meter gas per uur, maar eigenaar Arie wil in rap tempo naar een productie van 1600 kubieke meter per uur. Dat betekent hij nu gemiddeld 3500 huishoudens continu van gas voorziet, maar dat hij binnen een paar jaar het dubbele aantal huishoudens gas wil leveren.
Waar hij vroeger moest betalen voor het verwerken van visafval, verdient hij er nu geld mee, al blijft de vishandel nog wel het meeste opbrengen, zegt hij.
Draagvlak
''Als je het uit afval haalt, is groen gas ook beter te verkopen en krijg je meer draagvlak. Als je eten moet produceren voor groen gas, zoals ze in Duitsland doen, is dat minder interessant'', vertelt Albert van der Molen, expert groen gas bij netbeheerder Stedin en voorzitter van de landelijke projectgroep Groen Gas.
In hoeverre het groene gas op den duur het gasgat in Slochteren moet dichten, is niet helemaal duidelijk.
Miljoen huishoudens
Pyter Hiemstra van Agentschap NL, onderdeel van het ministerie van Economisch Zaken, Landbouw en Innovatie, stelt dat in 2020 het groene gas een miljoen huishoudens moet kunnen bedienen. Dat is ongeveer 4 procent van de Nederlandse aardgasproductie. De prognose is dat in 2050 de helft van de aardgasproductie in Nederland groen is.
Vermoedelijk dit jaar nog gaan tientallen Friese boeren over op het produceren van gas door koeienstront. Het gas wordt via een speciale leiding aangeboden aan Stedin. Zo gaat ook de Suikerunie het afval van zijn bieten gebruiken voor het produceren van gas.
Operatierobots gaan handgebaren herkennen
Het systeem zou de huidige robots die helpen bij een operatie als echte assistenten moeten laten werken. Dit maakte de Purdue University onlangs bekend. De universiteit werkt samen met de Ben-Gurion University uit het Israëlische Negev, dat al eerder experimenteerde met handgebaren als besturingssysteem voor operatierobots.
De onderzoekers werken met Kinect van Microsoft, het game-systeem dat gebruikers laat gamen door middel van lichaamsbewegingen. Volgens Juan Pablo Wachs, assistent professor aan de Purdue University, laat het systeem chirurgen handelingen uitvoeren als in de film Minority Report.
Sneller en hygiënischer
Het nieuwe systeem moet operaties efficiënter maken en ze korter laten duren. Ook wordt de kans op bacteriële infecties bij de geopereerde een stuk kleiner, aangezien de chirurg apparaten en computers niet meer met de hand hoeft te besturen. De aandacht gaat op dit moment uit naar hoe er onderscheid tussen handgebaren gemaakt kan worden. Uiteindelijk wil Wachs ook stemherkenning gaan implementeren.
'Sanofi overweegt hoger bod op Genzyme'
PARIJS - De Franse farmaceut Sanofi-Aventis is bereid het bod op het Amerikaanse biotechnologiebedrijf Genzyme te verhogen. De partijen zouden maandag dicht bij overeenstemming over een overname zijn.
Sanofi lanceerde vorig jaar een vijandig bod op Genzyme van 69 dollar per aandeel. In januari werd duidelijk dat de partijen constructieve overnamegesprekken voeren.
Bronnen rond het proces meldden afgelopen weekend dat Sanofi bereid is het bod te verhogen naar 74 dollar. Daarnaast zouden aandeelhouders een extra vergoeding krijgen als het experimentele medicijn tegen multiple sclerose Lemtrada bepaalde doelen haalt. Het bod van 74 dollar waardeert Genzyme op 19,2 miljard dollar (14,1 miljard euro).
Massaproductie biofuels mogelijk door koeienmagen
AMSTERDAM - Wetenschappers hebben in de pens van koeien microben ontdekt die plantaardig materiaal omzetten naar suikers. Door deze ontdekking zou de massaproductie van biobrandstof niet langer milieuonvriendelijk zijn.
Massaproductie
Twee instituten aan het Amerikaanse ministerie van Energie ontdekten de microben. Het Joint Genome Institute (JGI) en het Energy Bioscience Institute (EBI) zijn nu bezig het proces in de pens van de koe na te bootsen, om zo biobrandstoffen te creëren.
Er is in het verleden veel kritiek geweest op de massaproductie van biobrandstoffen. Onder andere het toevoegen van algen of maïs in de ontwikkeling zou niet milieuvriendelijk zijn. Door middel van de ontdekte microben zou plantaardig afval zoals gras beter te verwerken zijn, waardoor er een nieuwe impuls zou ontstaan in de massaproductie van biobrandstoffen.
Volvo V60 plug in-hybride in 2012
Volvo gaat hard aan de weg timmeren met elektrische auto's en plug in-hybrides. Al volgend jaar moet de geëlektrificeerde versie van de V60 op de markt komen.
Volvo brengt in 2012 de V60 Plug In-hybride op de markt. Die is ontwikkeld in samenwerking met het Zweedse energiebedrijf Vattenfall. Op de Autosalon van Genève is een prototype te zien waarvoor Volvo een uitstoot claimt van 50 gram CO2 per kilometer.
Modus
In de 'Pure'-modus rijdt de auto louter op de elektromotor en is er een actieradius van vijftig kilometer; de 'Hybride'-stand is goed voor een efficiënte hybride-aandrijving waarbij een uitstoot hoort van 49 gr/km.
Volvo-baas Stefan Jacoby hoopt wil met de plug in-hybride een auto neerzetten die liefhebbers aanspreekt. "Deze tweede generatie hybride is perfect voor de kritische klant die een auto wil met uitstekende 'groene' prestaties én een sportief rijgedrag," meldt hij.