Technologie zoekt ondernemer

Bron: Technisch Weekblad

Als Mohammed niet naar de berg komt, komt de berg wel naar Mohammed, moet TNO hebben gedacht. Op dinsdag 22 maart presenteerde het onderzoeksinstituut in het kader van het Small Business Innovation Research (SBIR) programma twintig productideeën aan ondernemers in het mkb.


De tweede editie van het TNO evenement ‘Technologie zoekt ondernemer’ was de start van de zevende ronde van het SBIR-programma. TNO wil met dit programma productideeën van TNO-medewerkers verder laten ontwikkelen en commercialiseren. Omdat TNO de mogelijkheid niet heeft om nieuwe kennis te vertalen naar een product, besteedt de organisatie dit uit aan mkb-bedrijven. ‘Het doel van TNO is om kennis te genereren en deze kennis moet leiden tot een product’, aldus dr. Peter de Haan, projectleider SBIR-programma TNO. ‘Door nieuwe kennis te presenteren worden mkb’ers in staat gesteld om deze kennis te gebruiken voor productie binnen hun bedrijf.’

De cabaretier Dolf Jansen was de dagvoorzitter en animator bij het evenement. Gedurende twintig elevator pitches (zeer korte presentaties) presenteerden TNO-experts hun ideeën aan de ondernemers, waarna Dolf Jansen kritische vragen stelde en het geheel op een grappige manier behapbaar maakte voor het publiek.

De meeste interesse vanuit het mkb ging uit naar het gebruik van plasmatechnologie. Dr.ir. Yves Creyghton presenteerde een nieuwe techniek voor contactloos desinfecteren van wonden met behulp van plasma. ‘In Nederland krijgen zo’n 65.000 mensen per jaar een ziekenhuisinfectie, wat leidt tot veel leed en kosten’, aldus Creyghton. ‘Een betere methode voor wonddesinfectie en wondheling is dan ook wenselijk.’

In samenwerking met universitair medisch centrum St. Radboud in Nijmegen ontwikkelde TNO een apparaat waarmee artsen een dunne laag van plasmagassen over de wond kunnen leggen. Radicalen in het plasma maken bacteriën onschadelijk en desinfecteren hierdoor de wond. Doordat plasmadeeltjes (o.a. ionen en radicalen) oplossen in de wondvloeistof, is er een langdurige desinfecterende werking. Het apparaat heeft een brede behandelstrook, waardoor de behandeling van wonden met dit systeem sneller is dan systemen die werken met een puntbron. Het systeem werkt bovendien met een kleine hoeveelheid plasma, waardoor er na behandeling niet veel plasma moet worden afgezogen. Het ontwikkelde prototype is nog te groot om met één hand te tillen en te bedienen en TNO vraagt de ondernemer om mee te werken aan het ontwikkelen van een klein en licht apparaat.

Industrieel ontwerper Job van de Kieft presenteerde een andere toepassing van plasmatechnologie, namelijk voor het aanbrengen van coatings op verschillende soorten materialen. ‘Het idee is ontstaan doordat ik zag dat de waterafstotende laag na een tijdje gewoon van mijn schoenen spoelde’, vertelt Van de Kieft tijdens zijn pitch.
In de praktijk zorgt de voorbehandeling met plasma voor een betere waterafstotende laag op schoenen, mobiele telefoons en andere objecten. Van de Kieft: ‘De voorbehandeling met koud plasma is niet alleen om objecten waterafstotend te maken. Verschillende coatings hebben baat bij deze voorbehandeling.’

Bluetooth
Ondernemers die aan de hand van de presentaties interesse hebben in een bepaald productidee, hebben tot 22 april de tijd om een voorstel in te dienen voor het uitvoeren van een haalbaarheidsstudie. De Raad van Bestuur van TNO beslist in juni welke mkb’er het productidee mag gaan produceren en vermarkten.

Het SBIR-programma leverde eerder al een succesvol product op: het Crowd Control Assistant-systeem (CCA). Dit systeem, ontwikkeld door het bedrijf Bluetrace, brengt met behulp van bluetooth-technologie grote groepen mensen in kaart en kan gebruikt worden bij grote evenementen zoals Koninginnedag. In augustus werd Bluetrace voor het eerst ingezet tijdens Sail 2010. Met behulp van het CCA-systeem werden de bezoekers gevolgd en konden de organisatoren van het evenement en de politie van Amsterdam de bezoekersstromen in goede banen leiden.

Plastic afval scheiden met infrarood licht

Bron: Technisch Weekblad
Plastic afval scheiden met infrarood licht
28 maart 2011 Mischa Brendel 251x gelezen

Volgende maand zal in Rotterdam een nieuwe sorteerinstallatie van kunststof verpakkingsafval voor het eerst opstarten. Het is de eerste dergelijke sorteerinstallatie in Nederland en tevens een van de modernste van Europa.

Nedvang regisseert in Nederland de gescheiden inzameling en recycling van plastic verpakkingsafval en heeft vorig jaar een tender uitgeschreven om een fors deel van de sortering van plastic verpakkingsafval ook in Nederland te laten plaatsvinden. Afvalverwerker Sita realiseert nu deze sorteerinstallatie in het Rotterdamse havengebied.
De nieuwe afvalsorteerinstallatie scheurt in eerste instantie de binnengekomen zakken met plastic afval open en sorteert dit vervolgens op grootte in vier groepen. Hierbij wordt eventueel niet-plastic afval uit de afvalstroom verwijderd. Ook haalt de installatie plastic folie al vroeg in het scheidingsproces uit de afvalstroom. ‘In Nederland zit er relatief veel folie in plastic verpakkingsafval’, vertelt Sita-projectmanager Peter de Boodt. ‘Dit is veel lichter dan ander verpakkingsafval, zoals drinkflessen en flacons en dergelijke, en is dan ook relatief gemakkelijk met een windzifter tussen het andere materiaal uit te blazen.’ Op deze manier is het plastic folie te scheiden van het overige plastic verpakkingsafval.

Wat de scheidingsinstallatie vooral zo efficiënt maakt, is het near-infrarood sorteersysteem, zo legt De Boodt uit: ‘Achter elkaar staan vijf near-infraroodscheiders. De eerste scheider is ingesteld om PET te detecteren, de tweede controleert op polyethyleen en de derde op polypropyleen. De plastic afvalstromen passeren via een brede lopende band de opeenvolgende scheiders. Elke soort plastic reflecteert licht dat erop wordt gestraald op een manier specifiek voor dat soort plastic en zichtbaar voor deze near-infraroodscanner.’

Zo neemt de eerste scheidingsmachine waar of een bepaald plastic voorwerp wel of geen PET is. Is dit wel zo, dan ‘markeert’ de machine de positie van het voorwerp op de lopende band en blaast dit voorwerp vervolgens met perslucht van de band om het zo uit de afvalstroom te halen. De tweede en derde scheiders doen hetzelfde met polyethyleen, respectievelijk polypropyleen. De volgende scheidingsmachine kan alle drie de soorten plastic detecteren en fungeert als controle voor de andere drie machines. Het eventuele restafval loopt nog onder een vijfde machine door, die alle andere soorten plastic kan verwijderen om het totale recyclebare percentage te maximaliseren.
Tot slot wordt het uitgesorteerde plastic per soort samengeperst tot balen. Hierbij sorteert de machine ook op kwaliteit. Deze balen worden vervolgens aan bedrijven verkocht die het hergebruiken.

De capaciteit van de installatie bedraagt 25 tot 30 kiloton aan plastic verpakkingsafval per jaar. Dat is gelijk aan het oppervlak van circa 25 voetbalvelden met daarop een laag van vijf meter plastic.

De installatie werkt grotendeels automatisch; er is – buiten het technisch personeel – slechts zes tot acht man nodig om de afvalsorteermachine draaiende te houden. Verder is de installatie zo ontworpen dat deze eenvoudig is aan te passen aan mogelijke, toekomstige veranderingen in de samenstelling van de verpakkings­-mix. Zo is de installatie na ombouw ook in staat grotere PET-flessen te verwerken en op kleur te sorteren.

Hoewel dit de eerste installatie in zijn soort in Nederland is, heeft Sita al ruime ervaring met het sorteren van plastic verpakkingsafval. Het bedrijf verwerkt dergelijk afval al tien jaar in België en Duitsland.